Modal shift: een no-brainer
Modal shift is geen buzzword voor Hutchison Ports ECT Rotterdam (ECT), één van de grootste container terminaloperators in Europa actief in de haven van Rotterdam en o.a. ook in Venlo Trade Port. Sinds de start in 1966 is ECT de poort voor vervoer van containers naar het Europese achterland, via weg, spoor en water.
Regie
In 2010 startte ECT met ‘European Gateway Services’, dat sinds vorig jaar Hutchison Ports Europe Intermodal (HPEI) heet. “Voor 2010 wisten we niet of containers per truck, per barge of per spoor van en naar het achterland vervoerd werden. Door te investeren in een eigen transportproduct kunnen we daar steeds meer regie op zetten,” zegt Sales Representative Sebastiaan van Dorsser. Sinds 10 jaar is hij aanspreekpunt voor de shippers en forwarders om het transport vanuit de deepsea terminals in Rotterdam en Antwerpen naar de inland terminals te organiseren.
“ECT biedt niet alleen verbindingen met bestaande inlandterminals zoals Venlo, Duisburg, Willebroek, Moerdijk, maar ook met nieuwe bestemmingen zoals München, Neurenburg en Regensburg in Beieren. De grote hoeveelheden containers op de deepsea terminal moeten snel en soepel het achterland in en vice versa. Als de maritieme rail operator van Rotterdam rijden wij alleen al ruim 20 treinen per week van en naar Venlo.”
Randvoorwaarden voor modal shift
Van Dorsser duikt even de geschiedenis in. “Een belangrijke uitdaging waar wij ons voor gesteld zagen was de efficiënte afhandeling van de binnenvaart ook met toenemende volumes.” Hoe kon het aantal barges dat ECT wekelijks afhandelde – enige honderden – worden afgehandeld? “Ten eerste is er beperkte ruimte aan de kade. Ten tweede hadden we te maken met onbetrouwbaarheid in de keten; schepen kwamen soms gewoon niet opdagen of de planningen moesten continu worden aangepast. Door middel van een fixed window concept hebben we die problemen ondervangen. Maar als je in Rotterdam meer afhandelt, moet je in het achterland ook meer kunnen opvangen. Daarvoor is samenwerking met partners in de regio onmisbaar, om een betrouwbare ‘bus’dienst te creëren. Tegelijkertijd hadden we commitment uit de markt nodig. Die vonden we in eerste instantie niet alleen bij de terminals in Venlo en Born, maar ook bij loyale partners als Seacon en CTV. En nu willen we meer.”
Modal Shift Programma
Als actief lid van Connekt kwam Van Dorsser in aanraking met het Modal Shift Programma. Dat bleek een goede match. “Het Modal Shift Programma helpt ons om een concurrerend product te bieden, en zo partijen te motiveren voor de keuze voor modal shift. Want partijen zijn terughoudend in het afgeven van commitment,” ziet Van Dorsser. Hij noemt twee struikelblokken: kosten en gebrek aan inzicht. “De prijs is meestal leidend, en vervoer per truck is vaak nog steeds goedkoper dan per barge of rail. Ook vinden bedrijven de modal shift nog steeds spannend: krijg ik mijn lading wel op tijd? Die vraag moet de wereld uit. Onze treinen rijden 24x per week op en neer tussen Venlo en Rotterdam. Het hoeft echt niet zo te zijn dat een container later aankomt dan wanneer die per truck wordt vervoerd.”
Wat is er dan nodig voor meer modal shift?
“Op basis van meer commitment vanuit de markt kunnen wij de frequentie verhogen. Verduurzaming moet een verplichting worden, dat zal veel partijen over de streep trekken. Onze verwachting is dat het containervolume in Rotterdam blijft stijgen met een paar procent per jaar. Dat betekent ook dat het vervoer naar het achterland zal toenemen. Wij bieden een betrouwbaar product aan, samen met onze partners in de keten. In Venlo zijn we de capaciteit van onze bargeterminal aan het verdubbelen, om nog meer vanuit Rotterdam en Antwerpen op te vangen en verder te transporteren naar het achterland. Eerlijk gezegd verwacht ik dat modal shift zichzelf uiteindelijk zal verkopen, als bedrijven zich bewust worden van de kansen. Het groeiend aantal successen van het Modal Shift Programma en Joint Corridors Off-Road helpt daar natuurlijk ook bij.”
Meer inzicht via digitaal platform
Met het digitale platform MyTerminal biedt ECT haar klanten informatie en inzicht in het terminal proces. “We zijn als ECT heel lang terughoudend geweest in het delen van data,” zegt Van Dorsser. “Via MyTerminal kan elke partij in de keten nu realtime relevante informatie ophalen. Verladers, logistieke dienstverleners en vervoerders kunnen import- en exportcontainers op onze ECT Delta en ECT Euromax terminals volgen en traceren. Het platform volgt ook de planning van verschillende objecten – deepsea schepen, feeders, binnenvaartschepen en treinen – die onze terminals aandoen. Dat inzicht trekt steeds meer partijen over de streep.”
Boodschap
“In de logistieke sector hebben we een belangrijk gezamenlijk doel: het vervoer verduurzamen. Daarnaast willen we congestie voorkomen. Dan is modal shift een no-brainer. Laten wij die handschoen met z’n allen oppakken. We zijn al heel ver, maar er is nog zoveel mogelijk. En dat moeten we wel samen doen.”
Te realiseren modal shift in het Modal Shift Programma
Hutchison Ports ECT Rotterdam doet sinds 2021 mee met het Modal Shift Programma, als concessiehouder voor uitbreiding van de bestaande binnenvaart containerlijndienst vanaf de haven van Rotterdam (deepsea terminals van Rotterdam World Gateway, Hutchison Ports ECT Delta en Hutchison Ports ECT Euromax) via de barge terminal van Venlo naar de barge terminal van Born en vice versa. Deze lijndienst bestaat sinds 2019 en is in de markt bekend onder de naam Limburg Express. De Limburg Express deed 4 omlopen per week met 2 barges met een maximale capaciteit van 94.600 TEU in 2021. Door uitbreiding van de capaciteit met minimaal 48.000 TEU in de periode eind 2021-eind 2024 wordt in totaal 96.000 TEU van de weg gehaald.