Sinds kort vervult Jeroen Balk de rol van regionale programmamanager in Overijssel. Met zijn roots in Zwolle en een brede achtergrond in de logistiek zet hij zich in voor verduurzaming en bereikbaarheid in de provincie.
Verbonden met de regio
Voor Jeroen was het een logische stap om in zijn eigen provincie aan de slag te gaan. Hij werkte jarenlang in de logistiek, later ook in de IT, en kent de dagelijkse praktijk van transport en infrastructuur.
“Ik heb zelf veel op de weg gezeten en gezien hoe druk het daar is. Files, vertragingen – dat blijft me bezighouden. In deze rol kan ik concreet bijdragen aan oplossingen, bijvoorbeeld door goederenstromen te verplaatsen naar spoor of binnenvaart. Elk beetje helpt,” vertelt hij.
Bedrijven inspireren tot modal shift
Een belangrijk deel van zijn werk bestaat uit het stimuleren van de modal shift: van weg naar water of spoor. Daarbij richt Jeroen zich niet alleen op logistieke kennis, maar vooral op het creëren van bewustzijn.
“Vervoer over water is voor velen onbekend, waardoor men al snel kiest voor het vertrouwde: vrachtwagens. Veel bedrijven weten niet dat vervoer over water vaak een realistische optie is. Een vrachtwagen is snel gebeld, maar het kan slimmer en duurzamer. Daarom organiseren we bijeenkomsten waar bedrijven die de overstap al hebben gemaakt hun ervaringen delen. Dat inspireert anderen om ook stappen te zetten.”
Focus op terminals en bedrijventerreinen
Overijssel beschikt over terminals in Deventer, Almelo, Hengelo en Kampen. Vooral de terminals in Almelo en Hengelo draaien goed, maar er zijn ook onbenutte kansen.
“ Graag zouden we willen dat de terminal in Deventer meer gebruikt wordt. Door samen te werken met parkmanagers, bedrijven en de gemeentes willen we dit gebruik weer aanzwengelen. Zo kunnen we de potentie van die locatie benutten,” aldus Jeroen.
Hij benadrukt dat het niet alleen om containers gaat. Ook bulkstromen en kleinere zendingen kunnen al een verschil maken.
De uitdaging van volume
Een van de grootste knelpunten is het bundelen van voldoende lading. Voor een rendabele verbinding zijn grotere volumes nodig.
“Kleine bedrijven hebben vaak niet genoeg om zelfstandig een modal shift te maken. Dan heb je een grote speler nodig die de eerste stap zet, zodat anderen kunnen aanhaken. Dat is de uitdaging waar we nu in Deventer tegenaan lopen.”
Vooruitkijken naar de toekomst
Naast het stimuleren van modal shift richt Jeroen zich ook op verduurzaming. Hij ziet het als zijn taak om bedrijven te helpen anticiperen op veranderingen zoals de kilometerheffing en ETS-regelingen die de komende jaren van kracht worden.
“Als bedrijven daar nu niet op voorsorteren, lopen ze straks tegen hogere kosten aan. Transporteurs zullen die heffingen gewoon doorbelasten. Het is dus belangrijk om tijdig na te denken over alternatieven, zoals elektrificatie van het wagenpark en vervoer over water of spoor.”
Ambitie voor Overijssel
De komende periode ligt de focus op het versterken van de logistieke rol van Overijssel binnen de North Sea Baltic Corridor. Samenwerking met andere provincies en partners zoals Port of Deventer, Zwolle, Twente en Evofenedex speelt daarbij een belangrijke rol.
“Overijssel wil zich stevig positioneren in die corridor. Dat is goed voor de verduurzaming van transport, maar ook voor de economische kracht en bereikbaarheid van onze regio. De North Sea Baltic Corridor is bovendien een mogeijk belangrijke route voor Defensie,” benadrukt Jeroen.